Bicyclamderivaat; een selectieve reversibele antagonist van de CXCR4-chemokinereceptor en blokkeert de binding van zijn verwante ligand SDF-1α ('stromalcell-derived factor-1alfa' = CXCL12). Aangenomen wordt dat verstoring van de binding van CXCR4 aan SDF-1alfa door plerixafor, leukocytose veroorzaakt en een toename van het aantal autologe perifere bloedvoorlopercellen ('peripheral blood progenitor cells' = PBPC) vanuit het beenmerg naar het perifere bloed geeft. Er komen zowel volwassen als pluripotente cellen in de systemische circulatie voor. De CD34+-cellen die door plerixafor zijn gemobiliseerd, zijn functioneel en in staat tot 'engraftment' met langdurige hematopoëtische her-populatie.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Inj.vlst. 20 mg/ml
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Mobilisatie stamcellen |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Aanpassingen als volgt:
Bij verminderde nierfunctie neemt de AUC van plerixafor toe en is de halfwaardetijd verlengd. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.
Klinische gevolgen:
In een studie met vrijwilligers nam de AUC van plerixafor toe met 7% bij creatinineklaring 51-80 ml/min, 34% bij creatinineklaring 31-50 ml/min en 38% bij creatinineklaring ≤ 30 ml/min. De Cmax werd niet beïnvloed door de nierfunctie.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Bijwerkingenprofiel bij kinderen is gelijk aan bijwerkingen bij volwassenen.
Zeer vaak (> 10%): diarree, misselijkheid. Reacties op de injectie- en infusieplaats.
Vaak (1-10%): insomnia, duizeligheid, hoofdpijn. Braken, buikpijn, dyspepsie, gezwollen buik, constipatie, flatulentie, orale hypo-esthesie, droge mond. Hyperhidrose, erytheem. Artralgie, pijn in het skeletspierstelsel. Vermoeidheid, malaise.
Soms (0,1-1%): allergische reacties (urticaria, periorbitale zwelling, dyspneu of hypoxie), anafylactische reactie en anafylactische shock. Abnormale dromen, nachtmerries.
Verder zijn gemeld: myocardinfarct, hyperleukocytose, splenomegalie, miltruptuur (in combinatie met G-CSF), vasovagale reactie (orthostatische hypotensie en/of syncope) en paresthesie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Gebruiken onder supervisie van een arts met ervaring op het gebied van oncologie en/of hematologie en in samenwerking met een hematologisch-oncologisch centrum met ervaring op dit gebied, en mogelijkheden voor monitoring van hematopoëtische voorlopercellen.
Voorafgaande myelosuppressieve chemotherapie en/of uitgebreide voorafgaande chemotherapie en/of een piekwaarde van circulerende stamcellen < 20 stamcellen/microliter zijn voorspellers van een slechte mobilisatie.
Plerixafor kan de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen beïnvloeden, vanwege duizeligheid, vermoeidheid of vasovagale reacties.
Bij gebruik van plerixafor in combinatie met G-CSF voor mobilisatie van hematopoëtische stamcellen bij lymfoom of multipel myeloom, is aangetoond dat het aantal gemobiliseerde tumorcellen niet verhoogd is ten opzichte van gebruik van G-CSF alleen.
Het gebruik voor de mobilisatie en het verzamelen van hematopoëtische stamcellen wordt afgeraden bij patiënten met leukemie, omdat leukemiecellen kunnen worden gemobiliseerd die het product van de aferese kunnen contamineren.
Het aantal witte bloedcellen en bloedplaatjes tijdens behandeling en aferese regelmatig controleren. Bij een aantal neutrofiele granulocyten in het perifere bloed van > 50 × 109 cellen/l, de toediening heroverwegen.
Voor het optreden van vasovagale en allergische reacties dienen geschikte voorzorgsmaatregelen te worden genomen.
Bij pijn links in de bovenbuik en/of in de schouderbladen of de schouders, de milt onderzoeken vanwege enige kans op een miltruptuur.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Er zijn geen interacties bekend.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
KOLONIESTIMULERENDE FACTOREN | ||
---|---|---|
Neupogen G-CSF, Tevagrastim, Nivestim, Zarzio, Accofil
|
L03AA02 | |
Lonquex
|
L03AA14 |
INTERFERONEN | ||
---|---|---|
IntronA
|
L03AB05 | |
Pegasys
|
L03AB11 | |
Pegintron
|
L03AB10 |
OVERIGE IMMUNOSTIMULANTIA | ||
---|---|---|
Copaxone
|
L03AX13 | |
L03AX15 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.