Pyrimethamine is een dihydrofoliumzuurreductaseremmer, waarvan de affiniteit voor het protozoaire enzym veel groter is dan voor het menselijke.
In combinatie met een sulfonamide treedt synergisme op in de remming van de aanmaak van dihydrofoliumzuur uit para-aminobenzoëzuur. Dit leidt tot een blokkade in het foliumzuurmetabolisme van Plasmodium falciparum en Toxoplasma gondii die, in tegenstelling tot de mens, niet in staat zijn reeds gevormd foliumzuur te gebruiken.
Bij de behandeling van toxoplasmose worden alleen de tachyzoïeten gedood; de bradyzoïeten in de weefselcysten blijven vitaal maar zijn in rust en kunnen op een later tijdstip bij verminderde weerstand weer actief worden.
Geen informatie
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Tablet 25 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Toxoplasmose, congenitaal |
---|
|
Toxoplasmose, postnataal |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Neutropenie [Lipka 2011], hyperfenylalaninemie [SmPC].
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree. Huiduitslag. Anemie.
Vaak (1-10%): leukopenie, trombocytopenie. Duizeligheid.
Soms (0,1-1%): abnormale huidpigmentatie. Koorts.
Zeer zelden (< 0,01%): buccale ulceratie, koliek. Dermatitis. Pancytopenie. Pneumonie met cellulaire en eosinofiele pulmonale infiltratie. Convulsies (indicatie toxoplasmose).
De kans op bloedbeeldafwijkingen is groter indien géén folinezuursuppletie met folinezuur (zie ook rubrieken Interacties en Waarschuwingen en voorzorgen) wordt gegeven bij langdurig gebruik (bij de indicatie toxoplasmose).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Omdat pyrimethamine in combinatie met een sulfonamide wordt toegepast, dient tevens met de hiervoor geldende contra-indicaties rekening te worden gehouden.
Pyrimethamine dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij nierziekten [SmPC].
Wees voorzichtig bij lever- of nierziekten en bij folaattekort door ziekte of ondervoeding. Herhaald gebruik bij ernstige nierfunctiestoornissen, aantoonbare leverparenchymbeschadiging en bloeddyscrasie wordt ontraden.
Convulsies: Wees voorzichtig bij toxoplasmosebehandeling van patiënten met een voorgeschiedenis van convulsies; vermijd hoge oplaaddoses.
Beenmergdepressie: Bij dagelijkse toediening is bij 25–50 % van de patiënten een verlaagde hematopoëse waargenomen. Geef folinezuur (calciumzout, systemisch) om de kans op beenmergdepressie te verminderen. Gedurende de therapie en tot twee weken na staken ervan wekelijks volledige bloedtellingen uitvoeren. Bij patiënten bij wie het immuunsysteem onderdrukt wordt tweemaal per week bloedtellingen uitvoeren.
Geef bij tekenen van een folaattekort, folinezuur (calciumzout, systemisch) (ook wel calciumfolinaat), omdat foliumzuur een folaattekort niet corrigeert vanwege de remming van dihydrofoliumzuurreductase door pyrimethamine.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Relevant: het metabolisme wordt geremd door cobicistat en ritonavir.
Niet beoordeeld: bij combinatie met andere foliumzuurantagonisten kan het folaatmetabolisme verder worden onderdrukt.
Bij combinatie van trimethoprim/sulfonamide en pyrimethamine (meer dan 25 mg per week) kan megaloblastaire anemie optreden.
Het kan de myelosuppressieve werking van zidovudine en van oncolytica, bijvoorbeeld van methotrexaat, versterken.
Het kan door verdringing uit de eiwitbinding de werking van onder andere kinine en cumarines versterken.
De absorptie kan verlaagd zijn door antacida.
Bij combinatie met lorazepam kan hepatotoxiciteit optreden.
Bij combinatie met methotrexaat bij kinderen met leukemie van het centraal zenuwstelsel kunnen convulsies optreden.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
AMINOCHINOLINES | ||
---|---|---|
A-CQ100
|
P01BA01 | |
Plaquenil
|
P01BA02 |
BIGUANIDEN | ||
---|---|---|
Malarone, Malarone junior
|
P01BB51 | |
Paludrine
|
P01BB01 |
METHANOLCHINOLINEN | ||
---|---|---|
AQS 200
|
P01BC01 | |
Lariam
|
P01BC02 |
ARTEMISININE EN AFGELEIDE VERBINDINGEN, ENKELVOUDIG | ||
---|---|---|
Malacef
|
P01BE03 |
ARTEMISININE EN AFGELEIDE VERBINDINGEN, COMBINATIEPREP. | ||
---|---|---|
Riamet
|
P01BF01 | |
Eurartesim
|
P01BF05 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.