Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Triamcinolonacetonide zalf/creme

Stofnaam
Triamcinolonacetonide zalf/creme
Merknaam
ATC code
D07AB09

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Corticosteroïden uit klasse 2 en 3 (matig sterk resp. sterk werkend) hebben een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.

Triamcinolonacetonide is een matig sterk werkend corticosteroïd; klasse 2. In afwezigheid van een occlusief verband is de resorptie door de intacte huid bij normaal gebruik minimaal.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Crème 0.25 mg/g, 0.5 mg/g, 1 mg/g
Zalf 1 mg/g 
Crème "vetcrème" 1 mg/g
Emulsie, cutaan 1 mg/g
Triamcinolonacetonide cetomacrogolzalf 1 mg/g FNA

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Doseringen

Constitutioneel eczeem (atopische dermatitis)
  • Cutaan
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1] [2] [3]
      • Eénmaal per dag aanbrengen op aangedane huid volgens vingertop eenheid methode

        Maximum dosis:
        <2 jaar: 30 gram/week;
        >2 jaar 60 gram/week;
        Volwassenen 100 gram/week.

        Bij begin van de behandeling kan men overwegen om kortdurend 2 dd aan te brengen.
        Bij verbetering afbouwen naar 1 dd gedurende 2-4 dagen/week.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bij lokale toepassing van corticosteroïden kunnen optreden: huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, purpura, neiging tot bloeden, depigmentatie en overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis. Verder: vertraging van het genezingsproces, huidirritatie, jeuk, branderigheid. Symptomen van parasitaire, schimmel- en bacteriële infecties worden gemaskeerd. Zelden: verhoging intra-oculaire druk, meer kans op cataract, contactallergie, folliculitis, acneïforme erupties, rosacea-achtige erupties in het gelaat, hypertrichosis. Zeer zelden: gegeneraliseerde overgevoeligheidsreacties, urticaria. Lokale bijwerkingen kunnen vooral optreden op het gezicht, de behaarde huid en de huid van de genitaliën. Toepassing onder occlusie of op gemacereerde huid in de huidplooien vermeerdert de kans op lokale bijwerkingen, met name maceratie van de huid en secundaire infectie. Na plotseling staken van een langdurige behandeling kunnen zich rebound-verschijnselen voordoen; dit kan leiden tot steroïd-afhankelijkheid. Systemische bijwerkingen ten gevolge van lokale toepassing van corticosteroïdpreparaten komen zelden voor, maar als ze voorkomen kunnen ze ernstig zijn. Remming van de bijnierschors kan vooral optreden bij langdurig gebruik, gebruik op grote huidoppervlakken of bij gebruik onder occlusie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Bij zuigelingen kan de luier als afsluitend verband fungeren en zodoende de absorptie vergroten. Bij kinderen kan remming van de bijnierschorsfunctie vrij snel optreden. Bovendien kan bij hen de afscheiding van groeihormonen worden onderdrukt. Het verdient daarom aanbeveling, wanneer langdurige toepassing noodzakelijk is, regelmatig lengte en gewicht te controleren. Bij toepassing op de oogleden dient een zorgvuldige afweging te worden gemaakt wegens de mogelijkheid van contaminatie van de conjunctiva met het risico van ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract enerzijds en risico op hoornvliesbeschadiging door voortdurend wrijven aan onbehandeld exceem anderzijds.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Niet toepassen op de oogleden wegens de mogelijkheid van contaminatie van de conjunctiva met het risico van ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract. De gezichtshuid en de huid van de genitaliën zijn bijzonder gevoelig voor corticosteroïden en moeten bij voorkeur alleen met corticosteroïden uit klasse 1 (bv. hydrocortisonacetaat 1%) worden behandeld. Bij toepassing van corticosteroïden op grote oppervlakken, bij langdurig gebruik, bij aanwezigheid van bestanddelen die de penetratie bevorderen en vooral onder (plastic) occlusie of in huidplooien, dient men bedacht te zijn op een sterk verhoogde absorptie, waardoor systemische effecten kunnen optreden. Bij zuigelingen kan de luier als afsluitend verband fungeren en zodoende de absorptie vergroten. Bij kinderen kan remming van de bijnierschorsfunctie vrij snel optreden. Bovendien kan bij hen de afscheiding van groeihormonen worden onderdrukt. Het verdient daarom aanbeveling, wanneer langdurige toepassing noodzakelijk is, regelmatig lengte en gewicht te controleren alsmede de plasmacortisolspiegel te bepalen. Bacteriële infecties van de laesies worden bevorderd door warme vochtige condities zoals onder occlusief verband. Daarom de huid reinigen voor het aanbrengen van nieuw occlusief verband. Bij geïnfecteerde laesies adequate antimicrobiële therapie instellen. Indien desondanks de infectie zich uitbreidt de behandeling met het corticosteroïd onmiddellijk staken en systemisch antibiotica toedienen. Lokale toepassing van corticosteroïden bij psoriasis kan resulteren in 'rebound relapses', het ontstaan van tolerantie, van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en het ontwikkelen van lokale en/of systemische toxiciteit ten gevolge van een verminderde barrièrefunctie van de huid.

Bij lokaal gebruik moet men rekening houden met mogelijke systemische effecten. Door aanwezigheid van sorbinezuur, en/of propyleenglycol kunnen irritatie en ontsteking van de huid optreden. Wolvet kan overgevoeligheid veroorzaken.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Na cutane toediening zouden interacties kunnen optreden indien absorptie optreedt, maar tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor klinisch relevante interacties.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

ZWAK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP I)
D07AA02
MATIG STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP II)

Clobetason

Emovate
D07AB01
D07AB02
STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP III)
D07AC01

Desoximetason

Topicorte
D07AC03

Fluticason cutaan

Cutivate, Cortifil
D07AC17
D07AC13
ZEER STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP IV)

Clobetasol

Dermovate
D07AD01

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Referenties

  1. Krakowski AC, et al, Management of Atopic Dermatitis in the Pediatric Population, Pediatrics, 2008, Vol. 122 No. 4, 812-824
  2. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 20 nov 2014
  3. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 20 nov 2014
  4. CBO, Richtlijn Constitutioneel Eczeem, www.cbo.nl, Maart 2015
  5. Dirven-Meijer PC et al, NHG standaard Eczeem, Huisarts Wet , 2014, 57(5), 240-52

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Wijzigingen

Wijzigingen