Bactericide β-lactamantibioticum uit de groep aminopenicillinen. Amoxicilline remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand, wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Het werkingsspectrum is relatief breed en omvat Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn: Bacillus anthracis, Corynebacterium diphtheriae, Enterococcus faecalis, β-hemolytische streptokokken (groep A, B, C, G), Listeria monocytogenes, Streptococcus agalactiae, Streptococcus bovis, Streptococcus pyogenes, Brucella spp., Neisseria meningitidis, Vibrio cholerae en Peptostreptococcus spp.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Corynebacterium spp., Enterococcus faecium, coagulase-negatieve stafylokokken, Staphylococcus aureus ('MSSA'), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus viridans-groep, Clostridium spp., Fusobacterium spp., Borrelia burgdorferi, Escherichia coli, Haemophilus influenza, Haemophilus para-influenza, Helicobacter pylori, Moraxella catarrhalis, Neisseria gonorrhoeae, Pasteurella multocida, Proteus mirabilis, Prevotella spp., Salmonella typhi en Salmonella paratyphi.
Doorgaans ongevoelig (vaak resistent) zijn: onder andere penicillinasevormende stafylokokken (bv. 'MRSA'), indol-positieve Proteus-stammen (P. vulgaris), Citrobacter spp., Morganella morganii, Providencia spp., Raoultella spp., Serratia spp., Bacteroides fragilis en Rickettsia.
Inherent resistent zijn: Acinetobacter spp., Enterobacter spp., Klebsiella spp., Pseudomonas spp., Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Amoxicilline is penicillinase-gevoelig.
De (microbiologisch inactieve) metaboliet penicilloïnezuur heeft allergene eigenschappen.
Bij (premature) neonaten en kinderen zijn de volgende kinetische parameters gevonden na IV toediening (Charles 1997, Huisman-de Boer 1995, Pullen 2006, Pullen 2007, Schaad 1983):
Leeftijd | PNA (gem) | n= | t½ (uur) | Cl (l/kg/uur) | Vd (ml/kg) |
---|---|---|---|---|---|
26-32 wk GA | 3 dagen | 17 | 6,7 ± 1,7 | 0,066 ± 0,024 | 671 ± 117 |
25-42 (gem. 35) wk GA | 0,8 dagen | 150 | 5,2 ± 1,9 | 0,096 ± 0,036 | 650 ± 130 |
26-41 (gem. 34) wk GA | 25 dagen | 32 | 3,0 ± 1,3 | 0,18 ± 0,10 | 660 ± 270 |
2-14,5 jaar | - | 12 | 1,2 ± 0,06 | 764 ± 58 |
Bij zuigelingen vanaf 4 maanden en kinderen zijn de volgende kinetische parameters gevonden na orale toediening (Ginsburg 1979, Ginsburg 1981, Nelson 1982, van Niekerk 1985, Schaad 1986):
t½ (uur) | HTmax (uur) | Cl (l/kg/uur) | Vd (l/kg) | Cmax (µg/ml) (15-25 mg/kg) |
---|---|---|---|---|
1,1-1,8 | 1-1,5 | 1,16-1,30 | 1,95-2,17 | 3,2-8,9 |
In een gepoolde popPK-studie van Keij et al. 2023 werd geschat dat de absorptie van amoxicilline bij pasgeborenen vertraagd was. Tmax werd geschat op 9 uur. Dit zou leiden tot een geleidelijke toename van de plasmaconcentratie en rechtvaardigt tweemaal daags doseren. De klaring (L/uur/kg) bij pasgeborenen geboren na 30 weken zwangerschap bleek toe te nemen met de postnatale leeftijd (PNA dag 10, 1,25-voudig; PNA dag 20, 1,43-voudig versus PNA dag 3). De orale biologische beschikbaarheid werd geschat op 87%. [Keij 2023]
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Oraal
Infecties, endocarditisprofylaxe, ziekte van Lyme: On-label
Overige indicaties: Off-label
Intraveneus:
Meningitis:
< 1 week en < 2000 g: on-label
< 1 week en 2000 - 4000 g; 1-4 weken: off-label
< 1 week en ≥ 4000 g: off-label
1 tot 3 mnd: off-label
≥ 3 mnd: on-label
Infecties: on-label
Endocarditis profylaxe: on-label
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Capsule (als 3-water) 500 mg,
Tablet dispergeerbaar (als 3-water) 250 mg, 375 mg, 500 mg, 750 mg, 1000 mg
Poeder voor inj.vlst. (als Na-zout) 250 mg, 500 mg, 1000 mg
Poeder voor inf.vlst. (als Na-zout) 2000 mg
Poeder voor susp. suikervrij 25 mg/ml, 50 mg/ml;
Sommige suspensies bevatten aspartaam
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Bacteriele infecties |
---|
Verdenking neonatale bacteriele infectie (in afwezigheid van positieve kweek) |
---|
|
Ernstige bacteriele infecties |
---|
|
Infecties (zonder klinische verdenking meningitis) veroorzaakt door micro organismen die gevoelig zijn bij een verhoogde blootstelling ('I') |
---|
Meningitis |
---|
|
Eradicatie H.Pylori (triple therapie) |
---|
|
Endocarditis profylaxe (ingrepen in mondholte, bovenste luchtwegen, tractus urogenitalis en tractus digestivus) |
---|
|
Vroege gelokaliseerde en gedissemineerde Lymeziekte, m.u.v. meningitis en lymecarditis |
---|
|
Postexpositieprofylaxe antrax |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Aanpassingen als volgt:
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Zeer vaak (> 10%): diarree.
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, flatulentie, smaakstoornis, verminderde eetlust. Exantheem (vooral rond de mond), candidiasis van huid en slijmvliezen. Huidreacties (5–11 dagen na start van de therapie) zoals exantheem, jeuk, urticaria.
Soms (0,1-1%): overige superinfecties en kolonisatie met resistente organismen of gisten (na langdurig en herhaald gebruik). Duizeligheid, hoofdpijn. Indigestie. Voorbijgaande matige stijging van ASAT- en/of ALAT-waarden.
Zelden (0,01-0,1%): larynxoedeem, angio-oedeem, anafylaxie (incl. shock), serumziekte. Hyperkinesie, convulsies (bij gestoorde nierfunctie, meningitis, epilepsie in de voorgeschiedenis en/of bij hoge doses). Erythema multiforme, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN; syndroom van Lyell), blaren en exfoliatieve dermatitis. Reversibele leukopenie (incl. neutropenie), trombocytopenie, eosinofilie, hemolytische anemie. Hepatitis, cholestatische icterus. Acute interstitiële nefritis, kristalurie. Geneesmiddelkoorts. Oppervlakkige verkleuring van de tanden (suspensie), die na tandenpoetsen verdwijnt. Tromboflebitis (intraveneuze toediening).
Zeer zelden (< 0,01%): granulocytopenie (incl. agranulocytose), hemolytische anemie, pancytopenie (alle reversibel na staken). Pseudomembraneuze colitis of met antibiotica-geassocieerde colitis (incl. hemorragische colitis). Vasculitis ten gevolge van overgevoeligheid. Geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Zwarte (haar)tong.
Verder zijn gemeld: aseptische meningitis. Allergisch acuut coronair syndroom (ofwel Kounis-syndroom). Serumziekte-achtig syndroom. Droge mond. Jarisch-Herxheimer reactie. Reversibele hyperactiviteit. Reversibele verlenging van bloedingstijd en protrombinetijd.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
In geval van langdurige toepassing, toepassing bij premature kinderen of tijdens de neonatale periode de nier- en leverfunctie regelmatig controleren en regelmatig hematologische testen uitvoeren.
Er zijn gevallen van niertoxiciteit na amoxicilline gebruik beschreven.
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie: kan voorkomen tussen penicillinen onderling en (in mindere mate) tussen de penicillinen en cefalosporinen of carbapenems; vóór toediening zorgvuldig nagaan of de patiënt overgevoelig is voor andere β-lactamantibiotica. De kruisovergevoeligheid met cefalosporinen heeft met name betrekking op de eerste en sommige van de tweede generatie cefalosporinen (maar bv. niet op cefuroxim). Anafylactische reacties komen vaker voor bij overgevoeligheid voor penicillinen in de voorgeschiedenis en bij atopische personen. Bij optreden van een koortsig gegeneraliseerd erytheem met pustels de diagnose acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP) overwegen en de behandeling direct staken; dit ook doen bij het – onmiddellijk – optreden van urticaria na de toediening. In zeldzame gevallen is het allergisch acuut coronair syndroom (Kounis-syndroom) gemeld; overweeg hierbij een geschikte behandeling.
Superinfecties: Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen komt voor; bij langdurige toepassing regelmatig controleren op superinfecties. Bij optreden van aanhoudende, ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.
Gebruik staken bij: het optreden van pseudomembraneuze colitis evenals bij optreden van hemorragische colitis of overgevoeligheidsreacties.
Het bloedbeeld, de nier- en leverfunctie regelmatig controleren wanneer de toepassing langdurig is, bij prematuren, of tijdens de neonatale periode.
Kristalurie: Tijdens toediening van hoge doseringen (parenterale) amoxicilline zorgen voor voldoende vloeistofinname en urineproductie om het risico op kristalurie te verminderen. Bij kamertemperatuur kunnen hoge doses amoxicilline neerslaan in de urine; controleer daarom de openingen van verblijfskatheters regelmatig.
Hepatische bijwerkingen komen vooral voor bij mannen en ouderen bij langdurige behandeling; de symptomen ontstaan meestal gedurende of kort na de behandeling, maar soms pas na enkele weken.
Convulsies: Hoge doseringen kunnen de kans op convulsies vergroten bij:
een verminderde nierfunctie;
een aandoening van de meninges (bv. meningitis);
toevallen in de voorgeschiedenis;
behandelde epilepsie.
Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, rigor). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.
Beïnvloeding van diagnostische testen: Bij bepaling van glucose in de urine, de enzymatische glucose-oxidasemethoden gebruiken (chemische methoden geven regelmatig fout-positieve bevindingen). Amoxicilline kan de hoeveelheid estriol in de urine van zwangere vrouwen verlagen.
Voeding: Wees voorzichtig bij patiënten met een natriumbeperkt dieet indien hoge parenterale doses worden gebruikt. Bij homozygote fenylketonurie (PKU) rekening houden met de hoeveelheid fenylalanine die door aspartaam, in sommige dispers en suspensies, wordt geleverd.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Niet relevant:
De kinetiek van methotrexaat kan wijzigen.
Niet beoordeeld:
Probenecide remt de excretie van amoxicilline. Het risico op huiduitslag kan verhoogd worden bij combinatie met allopurinol.
Combinatie van penicillines met aminoglycosiden kan een synergistische werking hebben.
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Een uitzondering hierop is flucloxacilline.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten. Er is aangetoond dat er geen interactie optreedt tussen digoxine en penicillines.
Niet beoordeeld:
Fenylbutazon, acetylsalicylzuur, probenecide en indometacine kunnen de halfwaardetijd van penicillines verlengen, doordat ze de tubulaire secretie remmen.
Combinatie van penicillines en aminoglycosiden kan een synergistische werking hebben.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
PENICILLINES MET BREED SPECTRUM | ||
---|---|---|
Selexid
|
J01CA08 |
BETALACTAMASE-GEVOELIGE PENICILLINES | ||
---|---|---|
J01CE08 | ||
Penicilline G
|
J01CE01 | |
Broxil
|
J01CE05 | |
J01CE02 |
BETALACTAMASE-RESISTENTE PENICILLINES | ||
---|---|---|
Floxapen
|
J01CF05 |
COMBINATIEPREPARATEN | ||
---|---|---|
Augmentin
|
J01CR02 | |
J01CR05 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.