Calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand. De zuurstofbehoefte van het myocard vermindert en de zuurstoftoevoer verbetert.
Geen informatie
Alternatief voor acute hypertensie voor kort gebruik.
Conc. voor infusieopl. (hydrochloride) 1 mg/ml
Hypertensieve crisis |
---|
Acute hypertensie |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.
Vaak (1-10%): (orthostatische) hypotensie, tachycardie, palpitaties, supraventriculaire aritmieën, voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals, warmtesensatie, oedeem van onderste ledematen. Duizeligheid, nervositeit, slaapstoornissen. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn en droge mond.
Soms (0,1-1%): polyurie. Jeuk, huiduitslag. Dyspneu. Paresthesie. Depressie, lusteloosheid.
Zelden (0,01-0,1%): zuurbranden, gingivale hyperplasie. Anorexie. Overmatige transpiratie, erytheem. Spierpijn, rugpijn. Leverfunctiestoornissen.
Zeer zelden (< 0,01%): oorsuizen. Impotentie. Hypersalivatie. Trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, longoedeem, asthenie, stijging van leverenzymwaarden.
Voorts zijn nog mogelijk gerelateerd aan het gebruik van nicardipine de bijwerkingen syncope, atriumfibrilleren, verergering van eventueel bestaande angina pectoris, atrioventriculair blok, sinusknoopdisfunctie, hartstilstand, hartinfarct, intracraniële bloeding en nierfunctiestoornissen.
Na i.v. toediening tevens flebitis, paralytische ileus, AV-blok, angina pectoris.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige aortastenose. Bij orale toediening: hypotensie, shock. Bij iv–toediening: compensatoire hypertensie, zoals bij arterioveneuze shunt of coarctatio aortae, instabiele angina pectoris, binnen 8 dagen na een myocardinfarct.
Overleg nefroloog, ervaring bij kinderen zeer beperkt. Cave reflextachycardie.
Bloeddruk en hartslag tijdens infusie minimaal om de 5 minuten controleren, totdat de vitale functies stabiel zijn, maar tot minstens 12 uur na beëindiging van de i.v. toediening. Bij intraveneuze infusie de intracraniële druk bewaken om de cerebrale perfusiedruk te kunnen berekenen. Kortwerkende dihydropyridinen zijn in verband gebracht met een verhoogd cardiovasculair risico bij ischemische hartziekten; voorzichtig toepassen bij coronaire ischemie (injectie is gecontra-indiceerd bij instabiele angina pectoris of binnen 8 dagen na een acuut myocardinfarct).. Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen, matige tot ernstige nierfunctiestoornissen, bij portale hypertensie, bij hartfalen, pulmonaal oedeem en na een acuut CVA. Ernstige lever–/nierfunctiestoornissen kunnen de plasmaconcentratie verhogen en de halfwaardetijd verlengen.
Relevant: de concentratie van ciclosporine kan stijgen.
Niet beoordeeld: grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Bij combinatie van 40 mg nicardipine oraal met 300 ml grapefruitsap zijn een kleine toename van de AUC en een verandering in hartfrequentie (mogelijk als gevolg van reflextachycardie) gemeld. Bij kortdurend gebruik van 1 glas of 2 grapefruits per dag is het risico op bijwerkingen laag.
Interacties calciumantagonisten algemeen
Dihydropyridines worden gemetaboliseerd door CYP3A4. Dit geldt ook voor verapamil en diltiazem; bovendien zijn deze stoffen ook remmers van CYP3A4.
Interacties dihydropyridines
Relevant:
Toename dihydropyridine: het metabolisme wordt geremd door cimetidine, krachtige CYP3A4-remmers, fluconazol, fluoxetine, HCV-middelen en HIV-proteaseremmers.
Overig effect: acute hypotensie kan optreden bij combinatie van een niet-selectieve α1A-blokker (alfuzosine, doxazosine, terazosine) met een dihydropyridine. Dit geldt met name in het begin van de behandeling en bij start van een niet-selectieve α1A-blokker.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met silodosine, tamsulosine en posaconazol.
Niet beoordeeld: bij combinatie van een dihydropyridine met een oraal toegediend calciumzout zijn geen problemen te verwachten; bij combinatie met een intraveneus toegediend calciumzout kan de vaatverwijdende werking worden afgezwakt.
Grapefruitsap kan in verschillende mate de biologische beschikbaarheid van dihydropyridines verhogen door remming van CYP3A4. Voor dihydropyridines (behalve amlodipine) geldt dat bij kortdurend gebruik van 1 glas grapefruitsap per dag het risico op bijwerkingen laag is. Voor de combinatie van amlodipine met grapefruitsap is geen klinisch relevant effect aangetoond. Zie ook de stofmonografieën.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Norvasc
|
C08CA01 | |
Adalat
|
C08CA05 |