Oplossing voor hemofiltratie
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
DUOSOL:
De hoeveelheid elektrolyten per l hemofiltratieoplossing kalium 2 mmol/l is:
Na+ 140 mmol
K+ 2 mmol
Ca2+ 1.5 mmol
Mg2+ 0.5 mmol
Cl- 111 mmol
HCO3- 35 mmol
HEMOSOL
De hoeveelheid elektrolyten per l hemofiltratie/hemodialyseopl. is:
Na+ 140 mmol
Ca2+ 1.75 mmol
Mg2+ 0.5 mmol
Cl- 109.5 mmol
HCO3- 32 mmol
Lactaat- 3 mmol
PHOXILIUM
De hoeveelheid elektrolyten per l hemofiltratie/hemodialyseopl. is:
Ca2+ 1.25 mmol
Mg2+ 0.6 mmol
Na+ 140 mmol
K+ 4 mmol
Cl- 115.9 mmol
HPO42- 1.2 mmol
HCO3- 30 mmol
PRISMASOL
Per ml hemofiltratie/hemodialyseopl. 2 mmol/l kalium:
Natriumchloride 6.128 mg
Kaliumchloride 0.149 mg
Calciumchloride-2-water 0.257 mg
Magnesiumchloride-6-water 0.102 mg
Natriumwaterstofcarbonaat 2.936 mg
Melkzuur 0.27 mg
Glucose-0-water 1.1 mg
Per ml hemofiltratie/hemodialyseopl. 4 mmol/l kalium:
Natriumchloride 6.128 mg
Kaliumchloride 0.298 mg
Calciumchloride-2-water 0.257 mg
Magnesiumchloride-6-water 0.102 mg
Natriumwaterstofcarbonaat 2.936 mg
Melkzuur 0.27 mg
Glucose-0-water 1.1 mg
Hemofiltratie bij normaal kalium |
---|
Hemofiltratie bij hyperkaliemie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Duosol: Hyperhydratatie of dehydratie, elektrolytstoornis, hypofosfatemie, hyperglykemie, metabole alkalose; Hypertensie, hypotensie; Nausea, braken; Spierkrampen
Hemosol: misselijkheid, braken, spierkrampen en hypotensie. Verstoringen optreden in de elektrolytbalans
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Duosol: Hypokaliemie, metabole alkalose.
Acuut nierfalen met een uitgesproken hyperkatabole toestand, indien de uremische symptomen niet langer gecorrigeerd kunnen worden met hemofiltratie; ontoereikende toestand van de toegang tot het bloedgat; bij verhoogde kans op bloeidngen tgv systemische antistolling.
Duosol/hemosol: De hemodynamische status, vochtbalans, elektrolytbalans en het zuur-base-evenwicht, bloedglucose, en ureum- en plasmacreatininespiegels dienen vo?o?r en tijdens de hemofiltratie zorgvuldig te worden bewaakt. Kalium en fosfaat voorafgaand aan en tijdens de hemofiltratie regelmatig controleren.
Duosol: Oplossing infunderen op kamertemperatuur.
Hemosol: Oplossing infunderen op lichaamstemparatuur. De substitutieoplossing Hemosol B0 is kaliumvrij.De elektrolytische oplossing moet vóór gebruik worden gemengd met de buffervloeistof,
teneinde de eindoplossing geschikt te maken voor hemofiltratie/hemodiafiltratie/continue
hemodialyse.
De bloedspiegel van filtreerbare geneesmiddelen, d.w.z. geneesmiddelen met een laag percentage eiwitbinding, kan afnemen tijdens de behandeling en het nemen van corrigerende therapeutische maatregelen kan noodzakelijk zijn.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BLOEDPRODUCTEN EN VERWANTE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Albuman,Albumine humaan, Alburex, Flexbumin
|
B05AA01 | |
Gelofusine, Geloplasma
|
B05AA06 |
INTRAVENEUZE OPLOSSINGEN | ||
---|---|---|
Ringerlactaat, Hartmann
|
B05BB01 | |
Osmosteril
|
B05BC01 | |
B05BB01 | ||
B05BB03 |
IRRIGATIEVLOEISTOFFEN | ||
---|---|---|
B05CX03 | ||
B05CB01 |
ADDITIEVEN VOOR INTRAVENEUZE INFUSIEVLOEISTOFFEN | ||
---|---|---|
B05XA07 | ||
B05XA19 | ||
B05XC | ||
B05XA14 | ||
B05XB01 | ||
B05XA31 |