Antipsychoticum met een werking door selectieve remming van de dopaminerge(-D2) receptoren en van de serotonerge (5HT2A- en 5HT7-)receptoren. Verder heeft het α2a- en α2c-blokkerende eigenschappen en een partieel agonistisch effect op de 5HT1A-receptoren. Bindt niet aan histaminerge- en muscarinereceptoren.
De farmacokinetiek van lurasidon in pediatrische patiënten in de leeftijd 6-17 jaar was over het algemeen vergelijkbaar met die geobserveerd in volwassenen.
Tablet (als hydrochloride) 18,6 mg, 37,2 mg en 74,5 mg.
Schizofrenie |
---|
|
Aanpassingen als volgt:
Bij verminderde nierfunctie is de blootstelling aan lurasidon verhoogd. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.
Zeer vaak (> 10%): acathisie, hoofdpijn, slaperigheid. Misselijkheid.
Vaak (1-10%): hyperprolactinemie. Verminderde of toegenomen eetlust. Abnormale dromen, onrust, angst, depressie, slapeloosheid, psychotische stoornis, schizofrenie, spanning. Aandachtsstoornis, duizeligheid, dyskinesie, dystonie, parkinsonisme. Tachycardie. Droge mond, speekselvloed, braken, obstipatie. Hyperhidrose. Spierstijfheid. Erectiestoornis. Vermoeidheid, asthenie, irritatie. Stijging CK, stijging C-reactief proteïne. Gewichtsverandering.
Soms (0,1-1%): nasofaryngitis, rinitis, bovensteluchtweginfectie. Neutropenie. Overgevoeligheid. Auto-immuunthyroïditis, hypothyroïdie, hyperandrogenisme. Agressie, apathie, verwardheid, depressieve stemming, dissociatie, auditieve en visuele hallucinaties, moordzuchtige ideeën, verandering psychische toestand, psychische stoornis, impulsief gedrag, slecht inslapen, verminderd of toegenomen libido, lusteloosheid, obsessieve gedachten, paniekaanval, rusteloosheid, slaapstoornis, suïcidale ideatie en gedrag, slecht doorslapen, abnormaal denken. Posturale duizeligheid, spanningshoofdpijn, dysgeusie, geheugenstoornis, migraine, paresthesie, psychomotorische hyperactiviteit, hyperkinesie, tardieve dyskinesie, rustelozebenen-syndroom, loopstoornis. Accommodatiestoornis, wazig zien. Hyperacusis. Hartkloppingen, supraventriculaire extrasystolen. Orthostatische hypotensie. Orofaryngeale pijn. Dyspneu. Droge lippen, kiespijn, verminderde speekselafscheiding, dyspepsie, (boven)buikpijn, diarree. Huiduitslag, urticaria, alopecia, abnormale haargroei. Artralgie, myalgie, gespannen spieren, stijve spieren en gewrichten, pijn in de ledematen, kaakpijn. Bilirubinurie, dysurie, mictiestoornis, polyurie, proteïnurie, nieraandoening. Amenorroe, oligomenorroe, onregelmatige menstruatie, borstpijn, galactorroe, gynaecomastie, ejaculatiestoornis, seksuele disfunctie. Gilles de la Tourettesyndroom. Rillingen, koorts, niet-cardiale pijn op de borst, malaise. Stijging van ALAT en ASAT, stijging of daling van AF, stijging cholesterol- en triglyceridengehalte, daling HDL- en LDL-spiegel, stijging testosterongehalte, stijging bloedglucosespiegel, stijging bloedinsulinespiegel, stijging TSH-spiegel, daling hemoglobinegehalte, positieve antistoffen tegen schildklier, verkort PR-interval op ECG.
Zeer vaak (> 10%): acathisie, slaperigheid.
Vaak ( 1-10%): overgevoeligheid. Gewichtstoename. Slapeloosheid, agitatie, angst, rusteloosheid. Parkinsonisme, duizeligheid, dystonie, dyskinesie. Misselijkheid, braken, dyspepsie, speekselvloed, droge mond, pijn in de bovenbuik. Huiduitslag, jeuk. Spierstijfheid, stijging creatine-kinase (CK). Stijging serumcreatinineconcentratie. Vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): nasofaryngitis. Verminderde eetlust, stijging van bloedglucosewaarde, hyponatriëmie. Nachtmerries, katatonie. Lethargie, dysartrie, tardieve dyskinesie. Wazig zien. Tachycardie, hypertensie, (orthostatische) hypotensie, opvliegers. Flatulentie. Stijging van ALAT. Hyperhidrose. Gewrichtsstijfheid, spierpijn, nekpijn, rugpijn. Dysurie. Stijging prolactine in bloed. Loopstoornis.
Zelden ( 0,01-0,1%): eosinofilie. Neuroleptisch maligne syndroom. Rabdomyolyse. Angio-oedeem.
Verder zijn gemeld: plotselinge dood bij een onderliggende cardiovasculaire aandoening, eerstegraads AV-blok, bradycardie, angina pectoris. Stevens-Johnsonsyndroom. Neonataal abstinentiesyndroom. Leukopenie, neutropenie, anemie. Suïcidaal gedrag, paniekaanvallen, slaapstoornis. Convulsies, vertigo. Diarree, dysfagie, gastritis. Nierfalen. Borstvergroting, borstpijn, galactorroe, erectiestoornis, amenorroe, dysmenorroe.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bij symptomen van een verhoogde prolactinespiegel, zoals gynaecomastie, galactorroe, amenorroe en erectiestoornis, moeten patiënten worden geadviseerd om medische hulp in te roepen.
Zorgvuldige supervisie van patiënten waarbij meer kans is op suïcidaal gedrag is nodig gedurende de antipsychotische therapie. Bij klachten van tardieve dyskinesie overwegen om het antipsychoticum stop te zetten. Bij tekenen van neuroleptisch maligne syndroom de behandeling staken.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij cardio- en cerebrovasculaire aandoeningen, ziekte van Parkinson, condities die kunnen leiden tot hypotensie, een familie-anamnese van QT-verlenging, hypokaliëmie, ernstige leverfunctiestoornis, een nieraandoening in het eindstadium (creatinineklaring < 15 ml/min) en een voorgeschiedenis van convulsies. Klinische controle is aanbevolen bij (risicofactoren voor) diabetes mellitus en bij een nieraandoening in het eindstadium (creatinineklaring < 15 ml/min). Bij risicofactoren voor veneuze trombo-embolie preventieve maatregelen treffen. Gewichtscontrole wordt aanbevolen.
Het gebruik is niet aanbevolen bij aan dementie gerelateerde psychose en/of gedragsstoornissen door mogelijk meer kans op overlijden en op cerebrovasculaire bijwerkingen.
Lurasidon is substraat voor CYP3A4
Relevant:
Afname lurasidon: de concentratie daalt door rifampicine. De combinatie wordt ontraden.
Toename lurasidon: de concentratie van lurasidon en zijn actieve metaboliet ID-14283 stijgt door atazanavir, krachtige CYP3A4-remmers en diltiazem. De combinatie wordt ontraden.
Niet relevant: de concentratie van midazolam kan stijgen.
Niet beoordeeld: combinatie met overige krachtige CYP3A4-inductoren wordt ontraden.
Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met matige en zwakke CYP3A4-inductoren (aprepitant, bosentan, etravirine, modafinil, prednison en rufinamide), omdat naar verwachting de blootstelling wordt verlaagd met maximaal een factor 2.
Grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Bij kortdurend gebruik van 1 glas of 2 grapefruits per dag is het risico op bijwerkingen laag.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BUTYROFENONDERIVATEN | ||
---|---|---|
N05AD08 | ||
Haldol
|
N05AD01 | |
Dipiperon
|
N05AD05 |
DIFENYLBUTYLPIPERIDINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Orap
|
N05AG02 |
DIAZEPINEN, OXAZEPINEN,THIAZEPINEN EN OXEPINEN | ||
---|---|---|
Leponex
|
N05AH02 | |
Zyprexa, Zalasta
|
N05AH03 | |
Seroquel
|
N05AH04 |
LITHIUMZOUTEN | ||
---|---|---|
Camcolit, Priadel
|
N05AN01 |
OVERIGE ANTIPSYCHOTICA | ||
---|---|---|
Abilify
|
N05AX12 | |
Invega
|
N05AX13 | |
Risperdal
|
N05AX08 |