Alkaliserend. Kaliumcitraat zorgt via omzetting in kaliumwaterstofcarbonaat (kaliumbicarbonaat) voor stijging van de pH van de urine, waardoor urinestenen oplossen.
Citraat wordt gemetaboliseerd tot het waterstofcarbonaat. Het wordt uitgescheiden met de urine, waarvan minder dan 5% in onveranderde vorm.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Drank 144/10 mg/ml: Bevat 144 mg/ml kaliumcitraat, 10 mg/ml citroenzuur, (overeenkomend met 0,44 mmol/ml kaliumcitraat, 0,05 mmol/ml citroenzuur en 1,33 mmol/ml kalium en 0,49 mmol/ml citraat). Dit geldt voor het commerciële product DAB.
Drank 144/25 mg/ml: Bevat 144 mg/ml kaliumcitraat, 25 mg/ml citroenzuur, (overeenkomend met 0,44 mmol/ml kaliumcitraat, 0,12 mmol/ml citroenzuur, en 1,33 mmol/ml kalium en 0,56 mmol/ml citraat). Dit geldt voor de commerciële producten CZF, DMB en FP.
Drank 144/26 mg/ml: Bevat 144 mg/ml kaliumcitraat, 26 mg/ml citroenzuur, (overeenkomend met 0,44 mmol/ml kaliumcitraat, 0,13 mmol/ml citroenzuur, en 1,33 mmol/ml kalium en 0,57 mmol/ml citraat). Dit geldt voor de commerciële producten AAA, ACE en Ceban.
Drank FNA 71/23 mg/ml: Bevat 71 mg/ml kaliumcitraat, 23 mg/ml citroenzuur, (overeenkomend met 0,22 mmol/ml kaliumcitraat, 0,11 mmol/ml citroenzuur en 0,66 mmol/ml kalium en 0,33 mmol/ml citraat).
Tablet met gereguleerde afgifte (Urocit-K, via Internationale apotheek) 540 mg (1,7 mmol), 1080 mg (3,3 mmol)
Capsule 500 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
108 mg kaliumcitraat = 0,33 mmol kaliumcitraat (Maximum dosis: 8,6 g/dag = 26,7 mmol/dag)
Komt overeen met:
Profylaxe van urinestenen |
---|
Nier- en urinestenen |
---|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Zelden (0,01-0,1%): hyperkaliëmie. Misselijkheid, braken, maagpijn, diarree, laesies zoals ulcera, bloedingen, obstructie en winderigheid.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Wees voorzichtig bij ulcus ventriculi of ulcus duodeni (actueel of in de anamnese), omdat kaliumzouten irritatie van het slijmvlies van het maag-darmkanaal kunnen veroorzaken.
Controles tijdens de behandeling: bepaal regelmatig serumelektrolieten en zuurbase-evenwicht, met name bij patiënten met nierfunctiestoornissen, omdat bij hen hypernatriëmie of alkalose met hypocalciëmie kan ontstaan.
Hyperkaliëmie: wees terughoudend bij patiënten die gevoelig zijn voor hyperkaliëmie. Zorg tijdens de behandeling voor een goede diurese om hyperkaliëmie te voorkomen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Relevant:
De werking van methenamine wordt tegengegaan door alkalisering van de urine.
Niet beoordeeld:
De absorptie van aluminium kan toenemen; met name bij patiënten met nierfalen kan dit leiden tot mogelijk fatale encefalopathie als gevolg van sterk verhoogde aluminiumconcentraties; gelijktijdig gebruik van aluminiumverbindingen en citraten wordt ontraden bij patiënten met verminderde nierfunctie.
De plasmaconcentratie van lithium kan afnemen bij gelijktijdig gebruik.
Kaliumzouten algemeen:
Relevant:
Combinatie met kaliumsparende diuretica dient bij voorkeur te worden vermeden, omdat hyperkaliëmie kan optreden. Bij combinatie dient de kaliumconcentratie te worden gecontroleerd.
Het risico op hyperkaliëmie neemt toe bij combinatie met een RAAS-remmer, trimethoprim of co-trimoxazol, aangezien deze middelen de plasmakaliumconcentratie kunnen verhogen. Bij combinatie dient de kaliumconcentratie te worden gecontroleerd.
Kaliumzouten en kaliumbinders (natriumzirkoniumcyclosilicaat, patiromeer, polystyreensulfonzuur) werken elkaar tegen.
Niet beoordeeld:
Het risico op hyperkaliëmie neemt toe bij gebruik van geneesmiddelen waarbij hyperkaliëmie als bijwerking kan optreden, zoals β-blokkers, ciclosporine, digoxine (bij ernstige intoxicatie), heparine, NSAID's, oncolytica en tacrolimus.
De kaliumbehoefte kan zijn verhoogd bij gebruik van middelen die hypokaliëmie kunnen veroorzaken, zoals amfotericine B, levodopa, corticosteroïden en cisplatine.
Drospirenon kan het risico op hyperkaliëmie verhogen via aldosteronantagonisme.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
KALIUM | ||
---|---|---|
A12BA01 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.