Tyrosinekinaseremmer. Vandetanib remt de tyrosinekinase-activiteit van zowel EGFR (epidermale groeifactorreceptor) als VEGFR-2 (vasculaire endotheliale groeifactorreceptor–2) als RET ('rearranged during transfection', een receptor voor de 'glial cell line-derived neurotrophic factor' (GDNF) familie. Vermindert de angiogenese die door de tumorcel geïnduceerd wordt, de vaatpermeabiliteit en de microvatdichtheid in de tumor, waardoor tumorgroei geremd wordt.
De farmacokinetische parameters van vandetanib bij pediatrische MTC-patiënten van 9 tot 17 jaar waren gelijkaardig aan die bij volwassenen. De blootstelling aan vandetanib bij kinderen van 5 tot 8 jaar die glioomindicaties vertoonden, was vergelijkbaar met MTC-patiënten van 9 tot 18 jaar.
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder voorwaardelijk toelating om het versneld beschikbaar te maken; er zijn echter nog onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Agressieve en symptomatische medullaire schildklierkanker, niet reseceerbaar lokaal gevorderd of gemetastaseerd:
> 5 jaar:
BSA | Begindosering | na 8 weken- indien goed verdragen | Dosis vermindering |
---|---|---|---|
0,7- < 0,9 m2 | 100 mg om de dag | ophogen naar 100 mg/dag | - |
0,9 - <1,2 m2 | 100 mg/dag | 7 daags schema: 100 mg/dag op dag 1,3,5 en 7 en 200 mg/dag op dag 2,4,6 | 100 mg om de dag |
1,2 - <1,6 m2 | 7 daags schema: 100 mg/dag op dag 1,3,5 en 7 en 200 mg/dag op dag 2,4,6 | 200 mg/dag | 100 mg/dag |
> 1,6 m2 | 200 mg/dag | 300 mg/dag | 7 daags schema: 100 mg/dag op dag 1,3,5 en 7 en 200 mg/dag op dag 2,4,6 |
Bij optreden van graad 3 toxiciteit of hoger, of verlenging van het QTc-interval dient de behandeling te worden onderbroken; na herstel of verbetering tot graad 1 de behandeling hervatten met een verlaagde dosering, bij kinderen die de verhoogde dosering krijgen, betekent dit hervatten met de begindosering en bij kinderen die de begindosering gebruiken betekent dit hervatten de verminderde dosering
De behandeling kan worden voortgezet tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Filmomhulde tabletten 100 mg, 300 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Medullair schildkliercarcinoom | ||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Een wijziging van de begindosis wordt niet aanbevolen bij pediatrische patiënten met lichte nierinsufficiëntie. De verminderde dosis zoals beschreven in de doseringstabel kan toegepast worden bij pediatrische patiënten met matige nierinsufficiëntie. De patiënt dient individueel door de arts gecontroleerd te worden, vooral bij pediatrische patiënten met een laag BSA. Vandetanib wordt niet aanbevolen voor gebruik bij pediatrische patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Let op! Bijwerkingen kunnen lang aanhouden door de lange halfwaardetijd van vandetanib (19 dagen).
Zeer vaak (> 10%): luchtweginfecties. Verlengd QTc-interval (fatale afloop is gemeld), hypertensie. Verminderde eetlust. Insomnia, depressie. Hoofdpijn, paresthesie, dysesthesie, duizeligheid. Wazig zien, corneaverandering (o.a. corneatroebeling). Misselijkheid, dyspepsie, buikpijn, diarree. Huiduitslag waaronder fotosensibilisatie, acne, droge huid, jeuk, dermatitis, nagelafwijking. Urineweginfecties, proteïnurie, nefrolithiase. Asthenie, vermoeidheid, oedeem. Hypocalciëmie.
Vaak (1-10%): sepsis, schimmelinfectie, griep. Hypertensieve crisis, ischemisch CVA. Pneumonitis, hemoptoë, bloedneus. Droge mond, stomatitis, dysfagie, gastritis, gastro-intestinale bloeding, cholelithiase, colitis, obstipatie. Hypothyroïdie. Angst. Tremor, lethargie, bewustzijnsverlies, evenwichtsstoornis, smaakstoornis. Halovisie, fotopsie, glaucoom, conjunctivitis, droog oog, keratopathie. Hand-voetsyndroom, folliculitis, furunkel (andere stafylokokkeninfecties zijn gemeld, maar minder frequent), haaruitval. Dysurie, verhoogde aandrang, hematurie, pollakisurie, pyelonefritis, nierfalen. Koorts. Dehydratie. Hypokaliëmie, hypercalciëmie, hyperglykemie, hyponatriëmie, verhoogde waarden van ASAT/ALAT, creatinine. Gewichtsafname.
Soms (0,1-1%): (acuut) hartfalen, veranderde hartfrequentie, aritmie (o.a. ventriculair), hartstilstand. Respiratoir falen, aspiratiepneumonie. Convulsies, clonus, hersenoedeem. Cataract, accommodatiestoornis. Gastro-intestinale perforatie, diverticulitis, appendicitis, buikwandabces, peritonitis, pancreatitis, ileus, fecale incontinentie. Bulleuze dermatitis, cellulitis. Anurie. Gestoorde wondgenezing. Verhoogd Hb, verhoogd serumamylase.
Verder zijn gemeld: 'torsade de pointes', Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme, aneurysma, arteriële dissectie, interstitiële longziekte (fatale afloop is gemeld) en reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom (RPLS).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Aanzienlijke en concentratie-afhankelijke QT-verlenging komt zeer vaak voor bij gebruik van vandetanib. De eerste verlenging treedt meestal op gedurende de eerste 3 maanden van de behandeling, maar kán ook later optreden. Om deze reden zijn contra-indicaties geformuleerd en mag vandetanib niet worden toegediend bij een voorgeschiedenis van 'torsade de pointes', tenzij alle risicofactoren daarvoor zijn verholpen. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet (voldoende) onderzocht bij een voorgeschiedenis van ventriculaire aritmie. Controleer ook regelmatig op symptomen van hartfalen. Tijdelijk of definitief staken van de behandeling kán nodig zijn. Het is mogelijk dat het ontstane hartfalen niet meer reversibel is. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet (voldoende) onderzocht bij een voorgeschiedenis van een myocardinfarct.
Vanwege kans op interstitiële longziekte (ILD)/pneumonitis, bij optreden van symptomen als dyspneu, hoesten en koorts de behandeling onderbreken en een onderzoek instellen. Bij bevestiging van de diagnose ILD de behandeling definitief staken.
Leverfunctie: tijdens de behandeling komt stijging van het ALAT vaak voor. Deze verdwijnt doorgaans tijdens voortzetting van de behandeling, soms kan een onderbreking van de behandeling nodig zijn. Controleer periodiek de waarde van het ALAT. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet (voldoende) onderzocht bij een leverfunctiestoornis (gedefinieerd als een waarde van bilirubine > 1,5 × ULN.) Gebruik door volwassenen en kinderen bij een leverfunctiestoornis met deze bilirubinewaarden wordt niet aanbevolen (tenzij er sprake is van het syndroom van Gilbert); ook kan vandetanib worden gebruikt bij een leverstoornis met een ALAT, ASAT of AF > 2,5 × ULN, of > 5,0 × ULN, als deze waarden naar het oordeel van de arts in verband staan met uitzaaiingen in de lever.
Nierfalen is gemeld. Onderbreking, aanpassing of staken van de behandeling kan nodig zijn. Zie de rubriek Dosering voor aanpassing van de dosis bij een matig verminderde nierfunctie.
Wees voorzichtig bij hersenmetastasen vanwege meer kans op intracraniële bloedingen.
Vanwege kans op reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom een MRI-scan van de hersenen maken bij symptomen als convulsies, hoofdpijn, verwardheid en visusstoornissen.
Vanwege de kans op ernstige huidreacties (toxische epidermale necrolyse en Stevens-Johnsonsyndroom) de patiënt onmiddellijk contact laten opnemen bij eerste tekenen hiervan, zoals blaas-, blaar- en schilfervorming. Lichte tot matige huidreacties kunnen symptomatisch worden behandeld, zo nodig kan de dosis worden verlaagd óf de therapie onderbroken. Bij ernstige huidreacties de therapie definitief staken en de patiënt doorverwijzen naar een gespecialiseerde arts.
Vanwege mogelijke fotosensibilisatie de huid beschermen tegen de zon (beschermende kleding, breedspectrum-zonnebrandcrème en lippenbalsem)..
Vanwege de kans op verminderde wondgenezing bij gebruik van middelen die de VEGF-signaalroute remmen, overwegen vandetanib gedurende 4 weken te onderbreken voorafgaand aan electieve chirurgie. Hervat vandetanib nadat de wond adequaat is genezen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn verder niet (voldoende) onderzocht bij:
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Vandetanib is substraat voor CYP3A4; het induceert CYP3A4 en remt P-gp en OCT-2.
Relevant:
Rifampicine verlaagt de AUC van vandetanib en verhoogt de AUC van de actieve metaboliet. Het 'netto effect' van deze afname van vandetanib met toename van de actieve metaboliet is nog niet bekend.
Vandetanib kan het QTc-interval verlengen, het risico op ernstige hartritmestoornissen is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij ernstige hartritmestoornissen zoals torsade de pointes zijn gemeld.
De concentratie van metformine stijgt.
Niet relevant:
Toename vandetanib: de concentratie stijgt door krachtige CYP3A4-remmers.
De concentratie van digoxine kan stijgen.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met antacida, H2-antagonisten, protonpompremmers of midazolam.
Niet beoordeeld:
Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met dabigatran.
Ook krachtige CYP3A4-inductoren anders dan rifampicine verlagen mogelijk de AUC van vandetinib.
Interacties tyrosinekinaseremmers algemeen
Relevant:
Levende vaccins: tijdens het gebruik van tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking (acalabrutinib, asciminib, avapritinib, axitinib, binimetinib, bosutinib, cabozantinib, cobimetinib, dasatinib, fedratinib, gilteritinib, ibrutinib, imatinib, larotrectinib, midostaurine, nilotinib, nintedanib, pazopanib, ponatinib, regorafenib, ruxolitinib, sorafenib, sunitinib, trametinib, vandetanib en zanubrutinib) kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden.
Niet-levende vaccins: tijdens gebruik van tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden toegediend of kan een titerbepaling worden gedaan.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen van natuurlijke oorsprong.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
BCR-ABL-TYROSINEKINASEREMMERS | ||
---|---|---|
Tasigna
|
L01EA03 |
ALK-REMMERS | ||
---|---|---|
Xalkori
|
L01ED01 |
OVERIGE PROTEINEKINASEREMMERS | ||
---|---|---|
Rozlytrek
|
L01EX14 | |
Vitrakvi
|
L01EX12 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.