Bactericide semisynthetisch antibioticum uit de groep van cefalosporinen (van de 3e generatie). Ceftibuten bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood.
Ceftibuten is stabiel tegen door plasmiden gemedieerde penicillinasen en cefalosporinasen. Het is echter niet stabiel tegenover sommige chromosomale cefalosporinasen zoals die voorkomen bij sommige micro-organismen zoals Citrobacter, Enterobacter en Bacteroïdes. Het dient niet gebruikt te worden bij stammen die resistent zijn tegen β-lactamantibiotica door algemene mechanismen zoals wijzigingen in permeabiliteit of in de PBP zoals bij penicilline-resistente S. pneumoniae.
Doorgaans gevoelig zijn: streptokokken uit de groepen C en G (benzylpenicilline-gevoelige stammen), Streptococcus pyogenes (benzylpenicilline-gevoelige stammen), Enterobacter spp. (waaronder E. cloacae en E. aerogenes), Escherichia coli, Haemophilus influenzae (zowel β-lactamase positieve als negatieve stammen), Haemophilus parainfluenzae (zowel β-lactamase positief als negatief), Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Citrobacter spp. en Moraxella catarrhalis.
Ceftibuten vertoont weinig activiteit tegen de meeste anaerobe bacteriën inclusief Bacteroides spp.
Inherent resistent zijn: Staphylococcus spp., Enterococcus spp., Acinetobacter spp., Listeria spp., Flavobacterium en Pseudomonas spp.
Geen informatie bij kinderen
Capsule (als 2-water) 400 mg
Pharyngitis met of zonder tonsillitis, otitis media, gecompliceerde of ongecompliceerde lagere urineweginfecties |
---|
Aanpassingen als volgt:
Soms (0,1-1%): Luierdermatitis. Dysurie, hematurie.
Zeer zelden (< 0,01%): : prikkelbaarheid, agitatie, slaperigheid, slapeloosheid, koude rillingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, diarree. Verminderde eetlust.
Soms (0,1-1%): duizeligheid. Neusverstopping, dyspneu. Candidiasis (oraal, vaginaal). Droge mond, dyspepsie, gastritis, braken, buikpijn, flatulentie, obstipatie, fecale incontinentie. Dysurie, Eosinofilie, daling hemoglobinewaarde, stijging ALAT- en ASAT-waarde, verlenging protrombinetijd en toename INR.
Zelden (0,01-0,1%): convulsies. Hemorragie. Pseudomembraneuze colitis (door Clostridioides difficile). Hemolytische anemie, aplastische anemie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose, pancytopenie, trombocytose. Stijging LDH-waarde.
Zeer zelden (< 0,01%): vermoeidheid. Vertigo, paresthesie, hyperkinesie.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties waaronder angio-oedeem, anafylactische reactie. Bronchospasme. Overige superinfecties. Lever- en galwegaandoening, geelzucht. Melena. Afasie. Psychotische stoornis. Huiduitslag, jeuk, urticaria, fotosensibilisatie, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Stijging bilirubinewaarde.
Bij gebruik van andere cefalosporinen zijn nog o.a. gemeld: verminderde nierfunctie, toxische nefropathie, glucosurie en ketonurie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan 3 maanden is niet vastgesteld.
Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie: wees voorzichtig bij een overgevoeligheid voor penicillinen. Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en met penicillinen komt voor. Bij overgevoeligheidsreacties de toediening staken.
Maag-darmkanaal: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van gecompliceerde maag-darmstoornissen (m.n. chronische colitis). Bij optreden van ernstige aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; indien dit wordt gediagnosticeerd de behandeling met ceftibuten onmiddellijk staken. Pseudomembraneuze colitis kan ook nog tot ca. 2 maanden na de behandeling optreden.
Door gebruik van cefalosporinen kan de directe Coombs-test fout-positief worden.
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.
Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.
Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, ceftibuten, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.
De werking kan worden geantagoneerd door chlooramfenicol en macroliden.
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Het versterkte effect van de VKA kan het gevolg zijn van het effect van de infectie en/of koorts zelf, en soms ook van een interactie van bepaalde antibiotica met VKA’s. Door eliminatie van bacteriële darmflora kan de productie van vitamine K worden verminderd. Ook is er een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende een koortsperiode. Daarnaast remmen sommige antibiotica het metabolisme van de VKA. De interactie is niet relevant bij gebruik van het antibioticum gedurende maximaal 1 dag.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
---|---|---|
Keforal
|
J01DB01 | |
Kefzol
|
J01DB04 |
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
---|---|---|
Ceclor
|
J01DC04 | |
J01DC02 |
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DD01 | ||
J01DD02 | ||
Zavicefta
|
J01DD52 | |
Rocephin
|
J01DD04 |
CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DE01 |
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Cayston
|
J01DF01 |
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Invanze
|
J01DH03 | |
J01DH51 | ||
Meronem
|
J01DH02 |
OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS | ||
---|---|---|
Zinforo
|
J01DI02 |