Corticosteroïd met een lokaal ontstekingsremmende en anti-allergische werking op het neusslijmvlies, dat bij normale dosering vrijwel niet systemisch werkzaam is. Werking: na enkele dagen, maximaal effect soms pas na een maand.
Na intranasale doses van 200 μg zijn geen concentraties beclometasondipropionaat in het plasma meetbaar.
Neusspray (dipropionaat) 50 µg/do
Allergische rhinitis |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Groeiachterstand.
Zelden (0,01-0,1 %): droge of geïrriteerde neus en keel, onaangename reuk of smaak, neusbloedingen, neusseptumperforatie. Verhoging van de intra-oculaire druk, glaucoom, cataract. Overgevoeligheidsreacties zoals uitslag, jeuk, urticaria, erytheem, oedeem van gezicht, lippen, keel en rond ogen, bronchospasme, anafylactische reactie.
Verder zijn gemeld: systemische effecten, met name bij langdurig gebruik van hoge doses, zoals onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschorsfunctie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Geen
Bij kinderen de lengte regelmatig controleren. Wanneer de groei wordt geremd behandeling opnieuw beoordelen en indien mogelijk, de dosering verlagen tot de laagst effectieve dosis.
Infecties van de neus en bijholten behandelen, deze vormen geen contra-indicatie. Indien naast nasaal toegediend beclometason ook systemische corticosteroïden worden toegepast, dient dosisverlaging of -beëindiging van de orale steroïden geleidelijk en onder strenge controle te geschieden, vooral als de bijnierfunctie is gestoord. Overweeg het gebruik van een additioneel oraal corticosteroïd gedurende perioden van stress of in geval van electieve chirurgie indien gedurende langere tijd hogere doses nasaal beclometason dan aanbevolen zijn gebruikt of bij patiënten die extra gevoelig zijn voor corticosteroïden. Bij (vooral langdurig) gebruik van hoge doseringen of bij patiënten die extra gevoelig zijn voor corticosteroïden kunnen systemische bijwerkingen (o.a. klinisch significante bijniersuppressie) optreden. In tegenstelling tot nasale decongestiva is beclometason niet onmiddellijk werkzaam; de patiënt hierop wijzen. Allergische rinitis is bij veel patiënten een seizoenverschijnsel; onderhoudstherapie is doorgaans onnodig en ongewenst. Bij ernstige hooikoortsklachten kan additionele behandeling van de oogsymptomen nodig zijn.
Bij lokale toepassing zijn geen interacties te verwachten.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Vicks Sinex, Nasivin
|
R01AA05 | |
Bisolnasal
|
R01AA09 | |
Otrivin
|
R01AA07 |
SYMPATHICOMIMETICA, COMB.PREPARATEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
R01AB01 |
ANTI-ALLERGISCHE MIDDELEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Allergodil, Carelastin, Pollispray
|
R01AC03 | |
Prevalin
|
R01AC01 | |
Livocab
|
R01AC02 |
CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Dymista
|
R01AD58 | |
Rhinocort
|
R01AD05 | |
Avamys
|
R01AD12 | |
Flixonase
|
R01AD08 | |
Nasonex, Ryaltris
|
R01AD09 | |
Nasacort
|
R01AD11 |
OVERIGE MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK | ||
---|---|---|
R01AX10 |