Triazoolderivaat met fungicide activiteit. Isavuconazol remt het enzym lanosterol 14α-demethylase (CYP51), dat bij gisten en schimmels een essentiële stap in de biosynthese van ergosterol katalyseert. Door depletie van ergosterol verzwakt de plasmamembraan van de schimmel, waardoor de membraanpermeabiliteit verandert en essentiële celbestanddelen verloren gaan.
Een gedeeltelijke of volledige klinische respons is gezien bij de volgende Aspergillus spp.: A. fumigatus, A. flavus, A. niger en A. terreus. In vitro is ook activiteit tegen A. nidulans gezien. Een zeer beperkte hoeveelheid gegevens liet klinische respons van patiënten zien, bij de behandeling van mucormycose veroorzaakt door Rhizopus spp., Lichtheimia spp., en Actinomucor elegans. Bij Rhizomucor spp. is géén respons waargenomen.
Het bestaan van kruisresistentie met voriconazol en andere triazool antischimmelmiddelen is niet uitgesloten.
De pediatrische doseerschema's zijn vastgesteld met behulp van een PopPK model. De voorspelde blootstellingen bij het pediatrische doseringsschema waren lager dan de blootstellingen voor volwassenen die meerdere dagelijkse supratherapeutische doses van 600 mg isavuconazol kregen.
Capsule 100 mg
Infusiepoeder 200 mg
Invasieve aspergillose; mucormycose |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Over het geheel genomen was het veiligheidsprofiel van isavuconazol bij de pediatrische patiënten vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
De bijwerkingen zijn vastgesteld bij de behandeling van invasieve schimmelinfecties:
Vaak (1-10%): dyspneu, acuut respiratoir falen. Pijn op de borst. Hoofdpijn, slaperigheid, delier. Nierfalen. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Verminderde eetlust. Tromboflebitis. Huiduitslag, jeuk. Reactie op de infusieplaats. Hypokaliëmie, stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, AF, γ-GT, LDH en bilirubine).
Soms (0,1-1%): hypotensie, tachycardie, bradycardie, circulatoire collaps, atriumfibrilleren of -flutter, andere supraventriculaire tachycardie, (supra)ventriculaire extrasystole, palpitaties, verkort QT-interval. Bronchospasme, tachypneu, hemoptoë, epistaxis. Overgevoeligheid. Dyspepsie, obstipatie, abdominale distensie. Hepatomegalie, hepatitis. Convulsie, (pre)syncope, (draai)duizeligheid, paresthesie, perifere neuropathie, encefalopathie, smaakstoornis. Depressie, slapeloosheid. Dermatitis, geneesmiddeleneruptie, petechiën. Perifeer oedeem. Rugpijn. Malaise, asthenie. Anemie, leukopenie, neutropenie, trombocytopenie, pancytopenie. Hypoglykemie, hypomagnesiëmie, hypoalbuminemie.
Verder is gemeld: anafylactische reactie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Congenital korte QT-tijdsyndroom.
Het congenitaal korte QT-tijdsyndroom.
Isavuconazol is substraat voor CYP3A4/5 en UGPGT, een matige remmer van CYP3A4/5, een zwakke remmer van P-gp en UGPGT en een zwakke inductor van CYP2B6.
Relevant:
Afname isavuconazol: de concentratie daalt door etravirine, flucloxacilline en krachtige CYP3A4-inductoren.
Toename isavuconazol: de concentratie stijgt door ketoconazol.
Isavuconazol verhoogt de concentratie van: edoxaban, sirolimus en tacrolimus.
Overig effect: de concentratie van isavuconazol kan dalen door lumacaftor. Daarnaast stijgt de concentratie van ivacaftor (in het combinatiepreparaat met lumacaftor, Orkambi®) tijdelijk in de eerste week.
Niet relevant:
Toename isavuconazol: de concentratie stijgt door overige krachtige CYP3A4-remmers.
Isavuconazol verhoogt de concentratie van: ciclosporine, midazolam en mycofenolzuur.
Niet beoordeeld:
Combinatie met prednison wordt ontraden.
Zo nodig dient de dosering van bupropion te worden verhoogd.
Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met andere geneesmiddelen die het QTc-interval verkorten, zoals rufinamide.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Abelcet; Ambisome
|
J02AA01 |
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diflucan
|
J02AC01 | |
Trisporal
|
J02AC02 | |
Noxafil
|
J02AC04 | |
Vfend
|
J02AC03 |
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Ecalta
|
J02AX06 | |
Cancidas
|
J02AX04 | |
J02AX01 | ||
Mycamine
|
J02AX05 |