Remt de synthese van de bacteriële celwand door inhibitie van de verlengingsfactor G. Deze factor kan vervolgens niet meer binden aan de ribosomen en GTP, waardoor geen energie meer geleverd kan worden die noodzakelijk is voor de synthese van de bacteriële celwand. Fusidinezuur is werkzaam tegen vooral Gram-positieve micro-organismen. Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus aureus en Staphylococcus epidermidis (incl. meticilline-resistente en β-lactamase producerende stammen), Clostridium spp., Corynebacterium minutissimum, Peptococcus spp., Peptostreptococcus spp., Bacteroides fragilis en Neisseria spp.
Resistentie kan een probleem zijn bij: Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes en Haemophilus influenza. Ongevoelig zijn: Streptococcus viridans, de meeste Gram-negatieve bacillen inclusief Enterobacteriaceae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae en Pseudomonas spp.
Kruisresistentie tussen fusidinezuur en andere antibiotica is tot op heden niet beschreven.
Geen informatie
Tablet omhuld (Na-zout) 250 mg
Bacteriele infecties |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Vaak (1-10%): dyspepsie, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Slaperigheid, duizeligheid. Lethargie, vermoeidheid, asthenie.
Soms (0,1-1%): anafylactische reactie/shock. Cholestase, (cholestatische of cytolytische) hepatitis, icterus, leverfalen. Rabdomyolyse (soms fataal). (Acuut) nierfalen (vooral bij geelzucht en in combinatie met andere risicofactoren). Hoofdpijn. Huiduitslag (erythemateus, maculopapuleus, pustulair, geneesmiddeleruptie, acute gegeneraliseerde exanthemanteuze pustulose (AGEP), urticaria), jeuk. Leukopenie (incl. neutropenie, granulocytopenie en agranulocytose), trombocytopenie, anemie; pancytopenie (vooral na behandeling van > 15 dagen). Hyperbilirubinemie, stijging van leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, AF, γGT).
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem, overgevoeligheidsreactie. Andere leverfunctieafwijkingen. Anorexie.
Zeer zelden (< 0,01%): hepatorenaal syndroom.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
In vitro verdringt fusidinezuur bilirubine van zijn bindingsplaats aan albumine; vooral bij prematuren en bij neonaten die icterisch, acidotisch of ernstig ziek zijn hiermee rekening houden.
Bij langdurige behandeling combineren met een ander antibioticum in verband met mogelijke resistentie-ontwikkeling. De leverfuncties regelmatig controleren bij toepassing bij bestaande gestoorde leverfunctie, bij galwegziekten of -obstructie, bij langdurig gebruik en/of hoge doses. De behandeling staken bij hyperbilirubinemie (met of zonder icterus) en verhoogde leverenzymwaarden; deze waarden (en de icterus) herstellen zich in de meeste gevallen snel na het staken.
Laat de patiënt zich direct melden bij eerste tekenen van rabdomyolyse (spierzwakte, spierpijn, donkere urine, myoglobinurie, verhoogd serum creatinekinase) en staak de therapie om acuut nierfalen en hartritmestoornissen te voorkómen.
Relevant:
Toename fusidinezuur: het metabolisme kan worden geremd door ritonavir, saquinavir en Viekirax® in combinatie met dasabuvir.
Overig effect: het metabolisme van atorvastatine, rosuvastatine en simvastatine wordt geremd; gevallen van rabdomyolyse zijn gemeld.
Interacties antibacteriele middelen algemeen:
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
GLYCOPEPTIDEN | ||
---|---|---|
Xydalba
|
J01XA04 | |
Targocid
|
J01XA02 | |
Vancocin
|
J01XA01 |
POLYMYXINES | ||
---|---|---|
Colistin, Colobreathe, Tadim, Kolneb
|
J01XB01 |
NITROFURAANDERIVATEN | ||
---|---|---|
Furabid, Furadantine MC
|
J01XE01 |
OVERIGE ANTIBACTERIELE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Cubicin
|
J01XX09 | |
Monuril, Fomicyt
|
J01XX01 | |
J01XX08 |