Component (serineproteaseremmer) uit humaan plasma die als remmer van het complementsysteem en het contactsysteem (intrinsieke stolling) fungeert, resp. door binding aan twee van de actieve sub-units van de eerste component van het complementsysteem (C1r en C1s) en aan factor XIIa en kallikreïne. Een tekort aan voldoende actief lichaamseigen C1-esteraseremmer leidt tot periodieke aanvallen van oedemen (angio-oedeem).
Geen informatie
C1-esteraseremmer wordt toegepast bij aangeboren en verworven c1-esteraseremmerdeficientie, met name bij de profylaxe en de acute behandeling van angio-oedeem. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar de toepasbaarheid bij een aantal andere indicaties, waaronder kinderen met een capillair lek syndroom.
Kinderen: Off-label
Adolescenten: On-label
Poeder voor infusieopl. 500 E + 5 ml oplosm
Behandeling van angiooedeem aanvallen |
---|
Routinepreventie van angiooedeemaanvallen |
---|
Pre-procedurele preventie van angiooedeem aanvallen |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid.
Vaak (1–10%): duizeligheid. Braken. Overgevoeligheid. Huiduitslag, erytheem, jeuk, pijn op de injectieplaats. Koorts.
Soms (0,1–1%): hyperglykemie. Veneuze trombose, flebitis, veneus branderig gevoel, opvliegers. Hoesten. Diarree, buikpijn. Contacteczeem. Gewrichtszwelling, artralgie, myalgie. Borstklachten.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bij (off–label) toediening van hoge doses aan neonaten en zeer jonge patiënten om capillair leksyndroom te voorkomen na bypass-operaties zijn trombotische incidenten gemeld; bij risicofactoren voor trombotische incidenten de patiënt extra nauwlettend controleren.
Niet toedienen bij gebleken overgevoeligheid voor bloedproducten; indien toediening toch noodzakelijk wordt geacht, is nauwkeurige klinische controle aangewezen. Patiënt vooraf informeren over de vroege symptomen van een overgevoeligheidsreactie zoals urticaria, strak gevoel op de borst, piepend ademhalen, hypotensie en anafylaxie.
Bij patiënten met antistoffen tegen humaan C1-esteraseremmer kan de therapie, naarmate deze langer duurt, minder effectief worden. Dit uit zich in toename van de ernst en frequentie van de aanvallen.
Het risico van overdracht van met bloed overdraagbare infectieuze agentia kan niet geheel worden uitgesloten. Vaccinatie tegen hepatitis A en B dient overwogen te worden bij herhaalde toediening van C1–esteraseremmer.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.