Bedaquiline

Stofnaam
Bedaquiline
Merknaam
Sirturo
ATC code
J04AK05
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Diarylquinoline. Bedaquiline remt specifiek mycobacterieel ATP-synthetase, een essentieel enzym voor het opwekken van energie bij Mycobacterium tuberculosis.

De remming leidt tot bactericide effecten bij zowel replicerende als niet-replicerende tuberkelbacillen. Bedaquiline werkt bacteriostatisch bij veel andere mycobacteriële soorten.

Ongevoelig zijn: Mycobacterium xenopi, Mycobacterium novocastrense, Mycobacterium shimoidei en niet-mycobacteriële species.

Farmacokinetiek bij kinderen

BIj adolescenten met een lichaamsgewicht van 30-40 kg is de voorspelde blootstelling hoger vergeleken met volwassen patienten [SmPC]

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Tuberculose
Oraal
≥ 5 jaar:
15-20 kg: week 1 en 2: 160 mg/dag in 1 dosis; week 3 t/m 24: 80 mg/dosis 3 x per week
20-30 kg: week 1 en 2: 200 mg/dag in 1 dosis; week 3 t/m 24: 100 mg/dosis 3 x per week
≥ 30 kg: week 1 en 2: 400 mg/dag in 1 dosis; week 3 t/m 24: 200 mg/dosis 3 x per week

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Tablet (als fumaraat) 100 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Multi-drug resistente tuberculose
  • Oraal
    • 5 jaar tot 18 jaar en 15 tot 20 kg
      [1]
      • Startdosering: Week 1 en 2: 160 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: Week 3-24 80 mg/dosis 3 x per week. Minimaal doseerinterval tussen 2 doses: 48 uur.
      • Advies inname/toediening:

        Innemen met voedsel.

      • In combinatie met ten minste drie geneesmiddelen waarvoor is aangetoond dat het isolaat van de patiënt in vitro gevoelig is.

    • 5 jaar tot 18 jaar en 20 tot 30 kg
      [1]
      • Startdosering: Week 1 en 2: 200 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: Week 3-24 100 mg/dosis 3 x per week. Minimaal doseerinterval tussen 2 doses: 48 uur.
      • Advies inname/toediening:

        Innemen met voedsel.

      • In combinatie met ten minste drie geneesmiddelen waarvoor is aangetoond dat het isolaat van de patiënt in vitro gevoelig is.

    • 5 jaar tot 18 jaar en ≥ 30 kg
      [1]
      • Startdosering: Week 1 en 2: 400 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: Week 3-24 200 mg/dosis 3 x per week. Minimaal doseerinterval tussen 2 doses: 48 uur.
      • Advies inname/toediening:

        Innemen met voedsel.

      • In combinatie met ten minste drie geneesmiddelen waarvoor is aangetoond dat het isolaat van de patiënt in vitro gevoelig is.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Op basis van beperkte onderzoeksgegevens (n=15) zijn er geen aanwijzingen voor enig verschil in het veiligheidsprofiel bij  adolescenten in vergelijking met  volwassenen. (SmPC)

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, duizeligheid. Artralgie. Misselijkheid, braken.

Vaak (1–10%): diarree. Myalgie. Stijging van leverenzymwaarden. Verlengd QT-interval.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Bij adolescenten met een gewicht tussen 30 en 40 kg zal de gemiddelde blootstelling naar verwachting hoger zijn dan bij volwassen patiënten. Dit kan gepaard gaan met een verhoogd risico op QT-verlenging of hepatotoxiciteit.

Inname met voedsel verhoogt de biologische beschikbaarheid met een factor 2. 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Resistentieontwikkeling is beschreven; 

QT-verlenging: Vóór behandeling en ten minste elke maand tijdens de behandeling een ECG maken. Vóór de behandeling tevens kalium- , calcium- en magnesiumspiegel bepalen en deze zonodig corrigeren. Bedaquiline alleen na zorgvuldige afweging op strikte indicatie toepassen bij andere risicofactoren voor QT-verlenging: zoals relevante hartziekte, bradycardie, hypothyroïdie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren regelmatig elektrolyten en ECG bepalen. Als een syncope optreedt een ECG maken om QT-verlenging uit te sluiten. De behandeling staken bij een klinisch significante ventriculaire aritmie of een QT-interval > 500 ms (bevestigd met een herhaald ECG).

Gedurende de behandeling treden afwijkingen in leverenzymwaarden langzaam op en kunnen geleidelijk groter worden. Daarom vóór de behandeling en elke maand tijdens de behandeling en indien nodig de leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, alkalische fosfatase) en bilirubine bepalen. De behandeling opnieuw evalueren als de ASAT- of ALAT-waarde > 5× ULN bedraagt en eventuele andere hepatotoxische geneesmiddelen staken.

Wees voorzichtig bij ernstige nierinsufficiëntie en/of matige tot ernstige leverinsufficiëntie.

Onderzoeksgegevens: Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik bij latente infectie met Mycobacterium tuberculosis, extrapulmonale tuberculose en infecties met andere mycobacteriële soorten. Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik als onderdeel van combinatieregimes voor de behandeling van niet-resistente tuberculose. 

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Bedaquiline is substraat voor CYP3A4.

Relevant: de plasmaconcentratie daalt door krachtige CYP3A4-inductoren.

Niet relevant: de plasmaconcentratie stijgt door krachtige CYP3A4-remmers.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met QTc-verlengers.

TUBERCULOSEMIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

ANTIBIOTICA

Rifabutine

Mycobutin
J04AB04

Rifampicine

Rifadin
J04AB02
HYDRAZIDEN
J04AC01
OVERIGE TUBERCULOSEMIDDELEN

Ethambutol

Myambutol
J04AK02
J04AK01

Referenties

  1. Janssen-Cilag International NV, SmPC Sirturo (EU/1/13/901/001-002) Rev 20. 13-07-2021, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  2. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch kompas (Eigenschappen, bijwerkingen, contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgen), Geraadpleegd 29 april 2021
  3. Informatorium Medicamentorum, (Interacties, verminderde nierfunctie), Geraadpleegd 29 april 2021

Wijzigingen

  • 11 oktober 2021 15:20: Leeftijdsondergrens uitgebreid naar 5 jaar
  • 30 april 2021 08:43: NIeuwe monografie

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering