(R)-enantiomeer van het racemisch mengsel. De dosisaerosol kan worden voorzien van een Volumatic (inhalatiekamer). Werking: na 10–20 min. Werkingsduur: tot circa 12 uur. Bij toepassing als profylacticum bij inspanningsastma houdt de werking tot 11 uur aan. Bij continue toediening (1–2 ×/dag gedurende 4 weken) kan hiervoor tolerantie optreden, waardoor een verminderd effect of een kortere werkingsduur optreedt.
Geen informatie
Bronchusverwijding:
4-12 jaar: dosering > 50 microg/dosis Off-label
> 12 jaar: On-label
Aerosol "volumatic" (als xinafoaat) 25 µg/do
Inhalatiepoeder "diskus" (als xinafoaat) 50 µg/do
Bronchusverwijding (langwerkend) |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1-10%): tremor (vooral bij een dosering van > 100 microg/dag), hoofdpijn, hartkloppingen en spierkramp. Soms (0,1-1%): tachycardie (vooral bij een dosering van > 100 microg/dag), huiduitslag (jeuk, roodheid), nervositeit. Zelden (0,01-0,1%): slapeloosheid, duizeligheid, hypokaliëmie. Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties ((angio-)oedeem, anafylaxie), ritmestoornissen zoals atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie en extrasystolen, (voornamelijk bij ritmestoornissen-gevoelige patiënten), orofaryngeale irritatie, paradoxale bronchusobstructie, misselijkheid, niet-specifieke pijn op de borst, gewrichtspijn, hyperglykemie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor sympathicomimetica.
Er zijn wenig gegevens bekend over het gebruik van salmeterol bij kinderen jonger dan 4 jaar. Alvorens een salmeterol voor te schrijven dient een bronchusverwijdende respons door middel van een FEV1 meting voor en na beta-2-mimetica geobjectiveerd en gedocumenteerd te worden. Een alternatief voor longfunctiemetingen bij kinderen jonger dan 6 jaar is een goede klinische respons op een kortwerkend beta-2-agonist. Gebruik van langwerkende beta-2-agonisten dient in de tweede lijn voorgeschreven te worden volgens de richtlijn van de NHG en de SKL.
Niet toepassen als behandeling acute astma aanval.
Toediening: Serevent dosisaerosol kan worden toegediend in combinatie met de volgende voorzetkamers: Volumatic(>4 jaar)
Langwerkende β2-sympathicomimetica zijn niet geschikt voor de verlichting van acuut astma. In ieder geval bij astma moet salmeterol worden gecombineerd met inhalatiecorticosteroïden. Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen naast salmeterol duidt op een verslechtering van de controle; het behandelschema dient te worden aangepast. De behandeling niet starten bij een aanzienlijke verergering of acuut verslechterend astma. Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen vooral ernstige hypertensie en hyperthyroïdie. Bij hypoxie, die bijvoorbeeld bij ernstige exacerbatie van astma kan optreden, is er meer kans op hypokaliëmie; controleer de serumkaliumspiegel. Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden. Bij diabetes mellitus extra bloedglucosecontrole uitvoeren bij aanvang van de behandeling. Bij optreden van paradoxale bronchospasmen de therapie staken en op een andere behandeling overgaan. Wees voorzichtig met het gebruik bij Afro-Amerikanen, omdat in onderzoek bij deze populatie meer kans op astma-gerelateerde sterfte en levensbedreigende respiratoire gebeurtenissen is geconstateerd bij gebruik van salmeterol.
Relevant: HIV-proteaseremmers remmen het metabolisme.
Niet beoordeeld: ketoconazol oraal en andere krachtige CYP3A4-remmers kunnen de plasmaconcentratie van per inhalatie toegediend salmeterol verhogen, waardoor het risico op systemische bijwerkingen (waaronder aritmieën) toeneemt.
Interacties sympathicomimetica algemeen
Relevant: niet-selectieve β-blokkers en β-sympathicomimetica kunnen elkaars werking verminderen. Deze interactie is van klinisch belang bij β2-sympathicomimetica (fenoterol, formoterol, indacaterol, salbutamol, salmeterol en terbutaline) die bij astma of COPD worden toegepast. Bij voorkeur wordt de niet-selectieve β-blokker vervangen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met selectieve β-blokkers; in hogere dosering kunnen selectieve β-blokkers de werking van β-sympathicomimetica verminderen.
Niet beoordeeld: corticosteroïden, theofylline en diuretica versterken de kaliumverliezende werking van β2-sympathicomimetica.
Corticosteroïden oraal en parenteraal versterken de hyperglykemische werking.
Het risico op ventriculaire aritmieën is verhoogd bij combinatie van β-sympathicomimetica en bij combinatie met andere middelen die het QTc-interval verlengen.
Bromocriptine kan de cardiovasculaire effecten van sympathicomimetica versterken.
Gehalogeneerde inhalatie-anaesthetica sensibiliseren het hart voor sympathicomimetica; voorzichtigheid is geboden bij intraveneuze toediening van β-sympathicomimetica tijdens de anesthesie.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Oxis Turbuhaler, Novolizer, Aerolizer, Atimos
|
R03AC13 | |
Ventolin, Airomir
|
R03AC02 | |
Bricanyl
|
R03AC03 |
SYMPATHICOMIMETICA + CORTICO'S/OVERIGE GNM, EXCL ANTICHOL | ||
---|---|---|
R03AK08 | ||
Flutiform
|
R03AK11 | |
Relvar Ellipta
|
R03AK10 | |
Symbicort, DuoResp Spiromax, Bufoler, AirBuFo Forspiro
|
R03AK07 | |
R03AK06 |
SYMPATHICOMIM. + PARASYMPATHICOLYT. INCL. COMBI CORTICO'S | ||
---|---|---|
Berodual
|
R03AL01 | |
Combivent, Ipramol Steri-Neb
|
R03AL02 |